TILBURG – In het jaar 2000 was het muzikant/arrangeur Pieter de Kok die dacht, hoe leuk zou het zijn om eenmalig een leuk clubje muzikanten bijeen te brengen. Het werd een mix van Janus Overlast & De Blaosontsteking die na een aantal gezellige repetities al snel merkten dat er niet alleen een muzikale, maar zeker ook een vriendschappelijke klik ontstond tussen de muzikanten onderling. En drie keer ‘raoje’… Het bleef niet bij eenmalig. Inmiddels speelt de kapel alweer 22 jaar en zijn ze niet meer weg te denken binnen het traditioneel gevierde carnaval in Kruikenstad.
Op het jubileumfeest van Drie Keer Raoje spreken we met Marion Peeters die zelf grote trom speelt bij de kapel. Het mooiste wat zij vindt van de kapel is de saamhorigheid van de leden. “Wij zijn niet alleen een kapel die samen spelen, maar ook een familie. Wij helpen elkaar ook buiten het carnavalsseizoen om door dik en dun. We repeteren ook buiten het seizoen om met elkaar en dat is gewoon zo’n magisch iets, dat kan ik eigenlijk niet uitleggen.”
Woord van dank van Prins Knet
Prins Knet d’n Irste richtte een deel van zijn toespraak aan Marion omdat hij dankbaar is en het roerend vindt dat hij haar man Geert mag lenen ter aanvulling van de hofkapel van de Prins. Geert Peeters speelt dit jaar voor de 10e keer bij hofkapel de Sleutelsollers. Voor Marion een toppunt van de avond. “Het is geweldig hoe hun daarmee omgaan en dat hij zegt, dank dat ik hem mag lenen want hij is van toegevoegde waarde aan de hofkapel. Dan gloei ik toch weer een klein beetje meer.”
Ook de voorzitter van de Carnavalsstichting Tilburg, Stijn de Wolf, sprak lovende woorden uit naar de kapel van Marion. “Het is super mooi dat jullie hier al tweeëntwintig jaar bestaan als orkest. Muziek en carnaval kunnen niet zonder elkaar en we hebben elkaar nodig.” De Wolf hoopt dat Drie Keer Raoje nog lang muziek mag maken in Kruikenstad. Traditiegetrouw kreeg Marion een ludiek cadeau overhandigd vanuit de CST.
Kapellen in Kruikenstad
Volgens Marion zijn de kapellen van groot belang voor het carnaval in Tilburg, juist omdat zij het doel hebben gezelligheid te brengen tijdens het carnavalsseizoen. “We hebben er zo ontzettend veel van gehad en eigenlijk is daar nog maar de helft van overgebleven. Veel wisselingen en Corona heeft ook meegeteld dat veel kapellen hebben gezegd: we hangen hem in de wilgen.” Over alle kapellen die er nog over zijn en gezelligheid weten te brengen in Kruikenstad is Peeters positief. “We zijn weer op de goede weg terug naar een volledige bezetting van onze kapellen en hopen dat er aanwas van jeugd gaat komen”.