TILBURG – Weinig hiërarchie bij C.V. de Kwikmedrillekes, want de acht dames zijn allemaal gelijk, op Carlijn Verhoeven na dan, want zij is de Opper van het hele stel. Tweeëntwintig jaar geleden smeedden de dames puur uit verveling in de kerk een plannetje, richtten een carnavalsvereniging op en kleuren sindsdien Kruikenstad al 22 jaar roze.
Vrouwen en carnaval
De Kwikmedrillekes, dat in het Tilburgs een klein mager vrouwtje met veel verbeelding betekent, is een hechte club dames die al die jaren goed bij elkaar zijn blijven plakken. Tijdens de oprichting in het jaar 2000 zag het verenigingsleven in Kruikenstad er heel anders uit, een club met enkel dames was niet gewoon. “Toch heeft Kruikenstad roze omarmt”, zegt Aniek Verhoeven. “Je ziet steeds vaker dat mensen met carnaval roze dragen, dus ik denk dat ons doel bereikt is”. Een voorbeeldfunctie voor vrouwen in Kruikenstad zijn ze zeker, maar ook vooral voor elkaar en met elkaar, voegt Aniek toe.
Het zijn vaak de kleine momenten samen die carnaval bijzonder maken, geeft Linda van Hest aan. “Eén van de leukste dingen is dat we samen met z’n allen hebben geslapen bij Villa Pastorie. Een paar bedjes bij elkaar op een kamer geschoven, lekker ontbijten en ‘s nachts lekker doorzakken. Dat zijn die kleine momentjes dat er niemand bij is, we echt met z’n achten zijn en onderbroekenlol hebben”. Waar de partners van de dames zijn met carnaval weten ze niet en dat is prima, “want”, zegt Carlijn, “die horen er eigenlijk niet bij”.
Opstoet
De echte Kruiken en Kruikinnen kennen de Kwikmedrillekes natuurlijk van hun eigen liederen en van d’n Opstoet, waar ze op een enkele keer na hun hele verenigingsleven aan deelnemen. Flink uitgedost lopen Carlijn, Aniek, Lydia, Sabine, Mijntje, Kris, Linda en Silvia als Klocht mee en stelen ze de show tijdens het grootste openbare carnavalsevenement van Kruikenstad. Zo liepen de de dames in 2016 mee in de stoet waar ze het motto ‘affeseere doe din zeer’ eigen maakten door als roze verpleegsters gewapend met een grote injectienaald het publiek te vragen: ‘Waor doeget zeer?’
Voortzetting van de C.V.
Op de vraag of de Kwikmedrillekes nog op zoek zijn naar leden, wordt voorzichtig gereageerd door Opper Carlijn. “Wij zijn een heel mooi en trouw clubje en dat vinden we heerlijk, maar je weet nooit wat de toekomst brengt”. Ondertussen lopen er wel al heel wat kleine Kwikskes rond, dus het lijkt erop dat de vereniging traditiegetrouw vanzelf uitbreidt met aanwas van onderop. Stagiaires die bier willen halen zijn ten alle tijden welkom, wordt er verder toegevoegd.
